Staat van het Dier 2022: dierenwelzijn gaat Nederlanders aan het hart

Nederlanders geven steeds meer om dierenwelzijn. Als het aan hen ligt, mag de overheid er meer aan doen om dat te waarborgen. En de groep diersoorten waar we ons druk om maken, wordt ook steeds groter. Dat blijkt uit de resultaten van Staat van het Dier, die vierjaarlijks de mening van Nederlanders peilt over de manier waarop in ons land wordt omgegaan met en gedacht over dieren.

Foto aankondiging congres SvhD

Jan Staman, voorzitter van de Raad voor Dierenaangelegenheden: ‘We zien een licht stijgende lijn in betrokkenheid bij het welzijn van het dier. Bovendien zijn minder mensen van mening dat de mens boven het dier staat.’


Vandaag vindt in Putten het congres Staat van het Dier plaats, waarin de resultaten van de publieksenquête worden gepresenteerd en schurende kwesties ter tafel worden gebracht. De enquête werd in oktober 2022 uitgevoerd door onderzoeksbureau Kantar Public, in opdracht van de Raad voor Dierenaangelegenheden (RDA). In totaal deden er 2.082 respondenten mee: in aantal en achtergrond een representatieve afspiegeling van de Nederlandse bevolking. 

Meer actie voor de overheid 
De toegenomen aandacht voor dieren gaat gepaard met de beleving dat mensen niet goed geïnformeerd zijn, dat het doden van dieren als minder vanzelfsprekend wordt beschouwd en dat de overheid meer moet doen om het welzijn te waarborgen. Zo vond 22% van de deelnemers in 2022 dat de overheid genoeg doet om het welzijn van productiedieren te waarborgen. Dat was in 2018 nog 34%. Voor recreatiedieren en natuurdieren is dezelfde verschuiving waarneembaar. In de liefde voor het dier is overigens geen verschil tussen bewoners van stad en platteland, en evenmin tussen jong en oud. Mensen met een praktische opleiding lijken het dier wel meer te waarderen dan mensen met een theoretische achtergrond. 

Omgaan met de wolf
Ook predatoren kwamen in de enquête aan bod. Ruim de helft van de Nederlanders vindt net als in 2018 bijvoorbeeld dat we de wolf in Nederland niet moeten wegjagen, maar wel dat we mens en dier tegen de wolf moeten beschermen (55% in 2022 en 58% in 2018). Over de vraag of de wolf belemmerd moet worden in zijn natuurlijke jachtgedrag, zijn de meningen verdeeld. Bijna een kwart vindt van niet, ook al jaagt het dier op schapen (23%). Een grotere groep vindt van wel (40%). Die laatste groep is de afgelopen vier jaar groter geworden: in 2018 was nog 31% deze mening toegedaan.

Meer aandacht voor welzijn insecten en vissen
De groep diersoorten waar we ons druk om maken wordt ook groter. Zo is de helft van de Nederlanders van mening dat er meer aandacht moet zijn voor het welzijn van insecten. Zes op de tien Nederlanders vinden dat er meer aandacht moet zijn voor het welzijn van vissen. Ook vinden acht op de tien Nederlanders dat het dierenwelzijn niet ten koste mag gaan van het terugdringen van de uitstoot van stikstof en broeikasgassen.
 

Over Staat van het Dier
In 2018 hield de RDA de eerste nationale publieksenquête Staat van het Dier, bedoeld om te peilen hoe mensen kijken naar en omgaan met dieren. Elke vier jaar wordt hij herhaald, om zo ontwikkelingen en trends te kunnen analyseren. De resultaten dienen onder meer als aanknopingspunt voor gesprek over wat de veranderende status van dieren inhoudt, en zijn input voor de nieuwe meerjarenagenda van de RDA.

Hieronder vindt u de link naar de onderzoeksrapportage.