RDA Nieuwsbrief, 6 juli 2011

Deze week publiceerde The Veterinary Journal een artikel geschreven door ons raadslid prof. Frauke Ohl en dr. Franz Josef van der Staay (beiden van de faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht).

In dit artikel pleiten zij voor een dynamische definitie van Dierenwelzijn, waarin zowel het aanpassingsvermogen van het dier alsook de maatschappelijke context een belangrijke rol spelen.

De - vrij vertaalde - samenvatting van het artikel luidt:

Dierenwelzijn is geen eenduidig begrip: het bestaat uit een glijdende schaal die loopt van slecht dierenwelzijn (negatief) tot goed dierenwelzijn (positief).

Vroeger werd 'goed dierenwelzijn' gedefinieerd als de afwezigheid van negatieve toestanden. Daarbij wordt voorbij gegaan aan het feit dat ook het aanpassingsvermogen van dieren in de loop van de evolutie verder is ontwikkeld.

De welzijnsstatus van een dier kan het beste worden bepaald aan het vermogen van dat dier om zich aan te passen aan een bepaalde omgevingsfactor.

Dit betekent dat dierenwelzijnvragen niet eenvoudigweg beantwoord kunnen worden door middel van objectieve biologische metingen aan het dier.

In de praktijk worden zowel het vaststellen van de welzijnsstatus van een dier als het oplossen van de daarbij gesignaleerde welzijnsproblemen sterk beinvloed door de context en - in het bijzonder - door culturele en maatschappelijke waarden.

Bij het vaststellen of een bepaalde dierenwelzijnstatus wel of niet moreel aanvaardbaar is moeten dierenwelzijnweteschappers zich ervan bewust zijn dat wetenschappelijke definities van dierenwelzijn sterk worden beinvloed door de heersende maatschappelijke morele opvattingen."

In het artikel wordt het Afwegingsmodel voor Dierenwelzijn van de RDA (uit de Agenda voor het Dierbeleid) gepresenteert om duidelijk te maken hoe dierenwelzijnvraagstukken in hun maatschappelijke context bezien moeten worden.

Bijgaand tref u het artikel aan.