Het hemd is nader dan de rok

Weblog

In deze weblog schrijft de RDA-voorzitter regelmatig over actuele zaken op het gebied van dierenwelzijn en samenleving. Hij doet dat op persoonlijke titel en geeft niet per se de mening van de Raad.

Beeld: ©RDA

Last

We hebben enorm veel last van dieren. Omdat dieren vooral door hun grote aantallen onze leefomgeving in no time tot een janboel weten te maken. Insecten, ratten, muizen en nog vele, vele andere medeschepselen maken kapot wat ons lief is, bedreigen onze gezondheid en vernietigen onze gewassen en voedselvoorraden. Met dank aan de opwarming van het klimaat lijkt dit zelfs toe te nemen.

Rigoureus weren en bestrijden

De wijze waarop we reageren is niet mals. Rigoureus weren en bestrijden. Niet alleen de beroepsbeoefenaar, de overheidsorganisaties en de ondernemer, maar iedereen doet eraan mee. De muis moet uit ,het huis, het restaurant en de winkel. Gelukkig is die wering en bestrijding geprofessionaliseerd. Dat houdt ook in dat er in de praktijk wel degelijk op zorgvuldige wijze afwegingen worden gemaakt over de te bereiken doelen en de middelen die dan het best kunnen worden toegepast. In die afwegingen speelt de wijze waarop het dier sterft en het lijden dat daarmee gepaard gaat een belangrijke rol, maar over de welzijnsschade aan dieren -hoe professioneel ook afgewogen en uitgevoerd- valt weinig verheffends te vertellen. We zijn er verlegen mee en die verlegenheid zal groter worden.

De staat van het dier

Ik noem een aantal redenen die u meer gedetailleerd terug kunt vinden in De staat van het dier, een publicatie van de Raad voor Dierenaangelegenheden die in het najaar verschijnt.

Allereerst de vaststelling dat veel meer diersoorten, waaronder insecten en vissen, bewustzijn en gevoel hebben en kunnen lijden. Die vaststelling vindt u ook terug in Europese en Nederlandse wetgeving. Kortgezegd, de opvatting dat insecten en vele andere dieren eigenlijk ‘vliegende of kruipende robotjes’ zijn moeten we opgeven. In diezelfde regelgeving treft u het begrip zijn van dieren intrinsieke waarde aan en met dat begrip wordt erkend dat dieren eigen belangen hebben die moeten worden gerespecteerd. Ook insecten en vissen. Ook wilde dieren.

Verder verandert onze relatie met dieren. We kennen steeds meer ‘menselijke’ eigenschappen aan dieren toe en juist die eigenschappen bepalen onze relatie met dieren. Denkt u aan emoties, aan een groeiend aantal cognitieve eigenschappen, aan taalgebruik, of zelfs aan een beestenmoraal die zorgwekkend veel op die van ons lijkt. Vaak terecht, leest u de boeken van Frans de Waal maar over chimps en bonobo’s en de schellen vallen van uw ogen. En daarmee samenhangend, onze gevoeligheid voor het lijden van dieren neemt toe.

Dan is er -tot slot- de beweging die bepleit om subjectieve dierenrechten in onze wetten op te nemen en die daarmee beoogt de positie van het dier sterk te verbeteren door de bescherming van die rechten juridisch afdwingbaar te maken. De positie van het dier wordt er gelet op het voorgaande beter op. Ook die van het ‘ondier’ en het ‘plaagdier’.

Verfijnen, Verminderen, Vervangen

Maar we moeten wel met dieren samenleven. Zonder weren en bestrijden kan dit niet. We kunnen desondanks wel heel veel verbeteren aan de positie en het welzijn van dieren. In de proefdierkunde hebben we daarvoor het kader van de drie V’s: Verfijnen, Verminderen, Vervangen. Met dat kader wordt vooruitgang geboekt en kunnen we dierproeven tot op zekere hoogte aanvaarden in onze samenleving. Bij wering en bestrijding zou zo’n formeel kader ook goed passen.

Zonder wering en bestrijding gaat samenleven met dieren niet

Ik ken een dierfilosoof die eens opmerkte dat je bij hete hangijzers, bij vastzittende problemen in de politiek, twee posities hebt. De ene is de ‘optimalization mode’ waarin het beleid erop uit is om de bestaande praktijk in stand te houden door daarin substantiële verbeteringen aan te brengen. Zo werkt de overheid bij voorkeur. De andere positie is die van ‘breach of contract’. In dat geval heeft de samenleving er geen vertrouwen meer in en wil deze omverwerping van die praktijk. Met dat verbeterbeleid is men dan wel klaar. Ik denk dat in ons geval het hemd nader is dan de rok. Zonder wering en bestrijding gaat samenleven met dieren niet, hoe paradoxaal dat ook moge klinken. Maar substantiële vernieuwingen zijn nodig en de drie V’s vormen een veelbelovend kader waarbinnen we aan de slag kunnen.

'Optimalization mode'

Er bestaat ook een zienswijze waarin de mens wordt gezien als de grootste plaag ooit voor al het leven op aarde. Die opvatting is ook een kritiek op onze moderne samenleving en weerspiegelt een radicale kanteling van het perspectief op de mens en zijn verhouding met de levende natuur. Gezien de feiten, lijkt deze opvatting mij ook moeilijk te bestrijden of te relativeren. Vanuit dat perspectief hoeven we geen bijval te verwachten over de manier waarop we omgaan met dieren die ons bedreigen. Vroeg of laat zou hier wel eens een radicale ‘breach of contract’ uit kunnen voortkomen.

Vooralsnog zitten we in de ‘optimalization mode’. Maar hoe lang nog? U mag het zeggen.

Deze blog verscheen in september 2019 als opiniestuk in het vakblad: DIERPLAGEN informatie van het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD).

Reactie toevoegen

U kunt hier een reactie plaatsen. Ongepaste reacties worden niet geplaatst. Uw reactie mag maximaal 2000 karakters tellen.

* verplichte velden

Uw reactie mag maximaal 2000 karakters lang zijn.

Reacties

Er zijn nu geen reacties gepubliceerd.