Discussieavond hulpdieren
Op 22 oktober heeft veterinair studenteninitiatief VetInvolved samen met de Raad voor Dierenaangelegenheden een discussieavond georganiseerd in Utrecht over het gebruik van dieren voor therapeutische, educatieve en recreatieve doeleinden. Dit naar aanleiding van onze zienswijze ‘Dierbare Hulpverleners’.
Op het programma
Op deze avond sprak Nienke Endenburg, RDA-lid, GGZ-psycholoog en universitair docent bij de faculteit diergeneeskunde, over mens-dier relaties en het wetenschappelijk onderzoek naar de inzet van dieren in de zorg. Vervolgens werd het thema gevisualiseerd met de praktijkverhalen van IJsbrand Snoeij, oprichter en directeur van zorgboerderij ’t Paradijs. Ruud Tombrock, RDA-lid en directeur Europa van de Humane Society International, wist in het tweede deel van de avond de zaal zorgvuldig te prikkelen. In het publiek, bestaande uit universitair docenten, professionals uit de sector, studenten diergeneeskunde en studenten ethiek, schoten de handen fanatiek omhoog.
Welzijn voor mens en dier?
Dieren worden in toenemende mate ingezet om de cognitieve of fysieke gezondheid of functioneren van de mens te bevorderen. Dit worden dierondersteunde interventies (of animal assisted interventions) genoemd. Denk hierbij aan PTTS- of autismehonden, knuffelpuppies op een universiteit in tentamenperiodes, zorgboerderijen en coaching met behulp van paarden. Er zijn veel verhalen die lijken aan te tonen dat deze dieren van onschatbare waarde zijn voor de mens, zoals bijvoorbeeld naar voren komt in de documentaire Buddy van Heddy Honigmann. Toch bestaan er zorgen over dierondersteunde interventies. Deze zorgen gaan onder andere over de wetenschappelijke onderbouwing van het effect van de interventies en over eventuele welzijnsschade bij de dieren. Wat doet zo’n interventie precies met de mens en wat betekent het nu voor het dier? Onder welke voorwaarden vinden we de inzet van dieren dan verantwoord?
Voorwaarden stellen
Tijdens het tweede deel van de avond was er ruimte voor discussie over dergelijke vraagstukken. Aan de hand van stellingen kreeg het publiek de kans om eens kritisch te kijken óf en op welke voorwaarden zij de inzet van dieren in de zorg een goed en gerechtvaardigd idee vinden. Zelfs fundamentele vragen passeerden de revue, zoals in hoeverre de mens over een dier mag beschikken en zijn vrijheid mag inperken. Op de avond bleek dat het publiek de inzet van interventiedieren voor medische doeleinden meer ondersteunden dan bij recreatieve doeleinden. Verder werd er door hen meerdere voorwaarden geopperd voor dierondersteunde interventies, zoals het gebruik van alternatieven indien mogelijk, een kwaliteitskeurmerk in de sector, een ‘CAO voor dieren’ en het selecteren van geschikte dieren. De consensus was dát er voorwaarden moeten worden gesteld, maar er werd verschillend gedacht over hoe deze ingevuld behoren te worden.