Dierenraad over Houderijvoorschriften: “Eerst kaders, dan inhoud”.

Niet iedereen mag zomaar elk dier houden. Op 19 juni jl. stuurde staatssecretaris Dijksma van Economische Zaken haar besluit over de positieflijst voor zoogdieren naar de Tweede Kamer. In dat besluit stond welke zoogdieren wél en welke zoogdiersoorten niet meer gehouden mogen worden.

Positieflijst: tussenadvies houderijvoorschriften

Dijksma besloot ook dat er voor de toegelaten diersoorten houderijvoorschriften opgesteld moeten worden. Daarvoor riep zij de hulp in van de Raad voor Dierenaangelegenheden.

De Raad adviseert de staatssecretaris om eerst duidelijk te maken wat de kaders voor de houderijvoorschriften zijn. Hoe moeten de voorschriften er uit zien? Wat moet er in ieder geval in staan? Wie gaat de informatie aanleveren en wie gaat het toetsen? En hoe moeten de houderijvoorschriften in de praktijk toegepast worden?

Daarna kan de Raad gaan werken aan de inhoud en de eigenlijke houderijvoorschriften opstellen. Dat kan de Raad niet alleen: veel kennis en kunde moet vanuit dierenwelzijns- en dierhouderijorganisaties ingebracht worden. Het opstellen van de houderijvoorschriften zal in het eerste kwartaal van 2014 plaatsvinden.

De brief waarmee staatssecretaris Dijksma deze zienswijze naar de Tweede Kamer stuurde en de brief van staatssecretaris Dijksma over het positieflijstbesluit – en de positieflijst treft u onderstaand aan.