Geschiedenis van de RDA

In 1993 werd, op basis van Artikel 2 van de Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren, de Raad voor Dierenaangelegenheden ingesteld als adviesraad voor de toenmalige minister van Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). De RDA had toen als werkveld het dierenwelzijn, de diergezondheid en biotechnologie. Alle algemene maatregelen van bestuur (AMVB's) moesten voor advies aan de Raad worden voorgelegd. Daarnaast kon de Raad de Minister op eigen initiatief van advies dienen.

Van overlegplatform naar breed georiënteerd deskundigenpanel

In 1997, bij de invoering van de Aanpassingswet Herziening Adviesstelsel, is de verplichting om de AMVB's aan de Raad voor te leggen komen te vervallen. Daarbij werd toen besloten om de focus van de Raad meer naar een overlegplatform voor de dierhouderij te verschuiven. De resultaten van de besprekingen in het overlegplatform gingen veelal nog steeds in de vorm van een gevraagd of ongevraagd advies naar de Minister van LNV. In 2001 werd besloten het specifieke werkveld van de Biotechnologie onder te brengen bij de Commissie Biotechnologie bij Dieren (CBD), die onder de gezamenlijke verantwoordelijkheid van de Ministeries van LNV en VWS viel.

In 2008 werd de Raad omgevormd van een overlegplatform voor dierhouderij-organisaties naar een breed georiënteerd deskundigenpanel met zo'n veertig leden. De brede samenstelling vanuit wetenschap, beleid en praktijk zorgt voor zienswijzen die voorbijgaan aan de waan van de dag.